Berichtinformatie
- Geplaatst op: 03.10.2023
- Type: Algemeen
- Categorie: Pol Pikuur
- Fotoalbum:
- Video:
Pol Pikuur op gravel
Het mooie is dat op gravel alle categorieën door elkaar rijden. Af en toe wel een klein onregelmatigheidje en wat dwangmatig voorrang eisen, maar allez.
Het begon die ochtend in Bierbeek, vlakbij Leuven in de buurt van de Zoete Waters. Renners van allerlei allooi van wie we haren noch pluimen kennen stonden keurig gesoigneerd in hun startvak te wachten, signalen geven aan hun gelieven en soigneurs. Sommigen kwamen net uit hun tentjes, anderen hadden geslapen in hotels. Enkelen waren gekomen met een camper – figuren die naar het uiterlijk te oordelen boven hun gewicht boksten; die doen ook mee. Natuurlijk schitterde de witte snoet van Dekoortser rond die door alleman werd bestookt met vragen. Dat kwam Luc Vandevijver goed van pas, want die had zich stil aan de zijkant opgesteld met de ganse broelie van zijn familie. De eigen organisatie van Vandevijver.
Ik was met Jean Coquin op logeren gegaan bij Roger Zedeloos in Bierbeek. Daar zouden we ’s morgens vroeg al contact hebben met pastor Ludo Tezwaard, die altijd aalmoezenier van de boksers en de wielrenners is geweest. Momenteel is hij meewerker in Kortrijk. Geen “meerwerker” zegt hij stellig, “’t Scheelt maal één letter, maar dat betekent toch heel veel.’ Deze legende van de geestelijke weg kwam goed zijn ogen eens te kost geven hoe die weg er in gravel uit ziet.
Een amusant moment, zo voordat er in vakken gestart kon worden. Temeer omdat Véronique d’Aalscholver uiterst vriendelijk was naar Godelieve en Polinnetteke. ’t Was wel duidelijk dat Lieve hier de dirigent was van de partituur die er gespeeld werd. Eigenlijk zaten ze beiden in te nauwe schoentjes. Véronique moefte* niet. (* gaf geen krimp)
Hoewel, Godelieve maakte nogal van d’r oren toen ze ontdekte dat er geen doekskes meer waren om de billekes van Polinnetteke af te kuisen. Pol bekende dat hij daarmee zijn fiets de laatste glansbeurt had gegeven. ’t Was duidelijk dat hij wat mispeuterd had. “As gij peist da gij met mijn voeten kunt spelen, hé, awel dan smijt ik u buiten zunne!” en gelijkwaardige zinnekes waarmee Lieve uit haar krammen schoot. Pol zijn gemoed verdeemsterde, terwijl hij toch van zins was om god van zijn troon te stoten. Althans dat beweerde hij tegen Ludo, onze meewerkende pastor die beiden aanspoorde hun hart niet van steen te maken. De affaire van de billendoekskes was nog wel niet in de sacoche, maar ze konden toch met wat tegenkanting vertrekken.
In het begin, de eerste ronde ging het niet zo rap. Velen hadden nog veloeren/floeren benen maar de fassionrenners* bestreken al ras het ganse parcours van tientallen kilometers. (* Van de eerste, belangrijkste categorie)
Toch ook veel momenten om te lachen. Nonkel Ambroise gaf bidonnekes aan, niet alleen aan Jean Coquin maar evenzogoed aan Luc Vandevijver en aan Roger Zedeloos. Zodra de actie gelukt was, juichte Nonkel Ambroise dat hij deel uitmaakte van de fassionploeg. Fameus spektakel.
Roger met zijn leeftijd van 79 reed een met tegen een Italiaan tegen wie hij uiteindelijk de duimen moest leggen. “Maar volgend jaar, hé, volgend jaar dan rijd ik u kapot”, maakte hij indruk met een citaat van VDB. Ware baroudeur*s waren deze mannen die hun ketting strak legden**. (*Zwoegers, renners die niet te lui zijn om te werken) (**Constant een hoog tempo aanhouden) En, nie vergeten, één vrouw die officieel beklag deed. Ze moest aan de kant voor een cohort junioren, of eigenlijk voor de auto van Decoortser die op zoek is naar nieuw vrouwelijk talent. Ze was met haar zeventig jaren én ook nog van Holland, van buiten catégorie. Bij de tweede ronde kwam het melkzuur als smeer uit haar oren én ze finishte als eerste in de groep van wie zij de enige was. Haar gemoed kantelde als een zandloper. Dolgelukkig alleen op het podium met een struik bloemen en een kartonnen medaille. Ge moet iemand iets gunnen, jeunen zeggen ze in’t Westvlaams. Awel, haar brood was gebakken.
Rest nog een dartel duo te beschrijven. Luc, Jean en Pol reden slag om slinger rond. Jean kon zijn neus nogal eens aan het venster steken, Pol wilde zich niet helemaal choco rijden vanwege de statuur van Luc die als linkadoor* geen tegenstand gedoogt. (*Hier: onbesuisde renner) De laatste 20 kilometer trok hij het laken naar zich toe, een stofwolk maakte hem onzichtbaar.
Wat daar precies gebeurd is, hoort in het sprookjesboek. Vóór de cérémonie protocolaire liep hij al gedouchet en correct gekleed met zijn lief te paraderen. Er blijven raadselen in de wielersport. Tezwaard noemt dat dan een wonder – en die heeft er verstand van.
Dorcas van Cocagne,
columnist en redacteur “l’Enfer du Cyclisme”.