Berichtinformatie

  • Geplaatst op: 06.01.2020
  • Type: Algemeen
  • Categorie: Pol Pikuur
  • Fotoalbum:
  • Video:

Pol in Beauraing de Ardennen

Uw verslaggever ontvluchtte het vuurwerk met de omslag van het oude naar het nieuwe jaar. In België is het niet toegestaan zomaar vuurwerk af te steken en een tweedaagse tussen de Waalse heuvels en hellingen is heilzaam voor lijf en ziel.

Een toeristisch uitstapje waar de bedevaartplaats Beaurain in past. Het is immers het feest van Sint Sylvester en daar zal Maria ook wel een plaatsje in hebben.

Alvorens een salon de thé in te gaan is een wandeling naar de verschijnplaats van Maria passend, en misschien ook wel heilzaam.

Op het plein vóór de boom bij het spoor waar Maria is waargenomen, kreeg ook ik een verschijning.

Heel stil stond daar Pol: muts op, dikke trui, sandalen (!) met een rozenkrans in de hand en even verderop bij de kaarsenstandaard van de basiliek stond een vrouw met zo’n strakke spijkerbroek dat ze vanzelf stil stond want bewegen moet er niet in mogelijk zijn geweest en een kind van een jaar of zes, zeven dat de principes van het kaarsjes aanstoken zwijgend werd bijgebracht.

Herkenbare silhouetten, onherkenbare houding van  devotie en van plechtigheid.

Ze móeten het zijn – kán niet anders: Pol en Godelieve, en Pollinneteke. Als een heilige drieëenheid bewogen ze nauwelijks om stil een moment in eeuwigheid te zijn.

“Mamá, mamá”, fluisterde Pollinnetteke hoorbaar, “Da’s Dorcas, zu – ’t is sjuust Dorcas”- voegde ze er wat krevelig aan toe, beducht om het beeld kwijt te raken. “’t Zal Maria toch nie zijn”, kwam er uit de mond van Lieve. Pol stond nog steeds 50 meter verderop zijn paternoster te bidden. 

Om een round up te geven: Op haar talonnekes klikte Godelieve zo stijf als een eind hout naar achter en gebaarde dat ik geen fotooke mocht trekken van biddende Pol, die nog steeds zo strak als een geraamte bij de doornstruik stond te bidden. En dat terwijl de maagd toch bij d’n bareel was verschenen – hij had beter moeten weten.

Zonder te verpinken fluisterde ze me toe dat Pol in een zware crisis verkeerde. Hij wist niet goed wat te doen; “hij is fragiel van psyche, dat weet gij toch; hij komt net uit een diepe depressie. Hij is doende zijn gevoel op te kuisen. Zijn welzijn is nu onze eerste bekommernis”, en eenmaal op stoom verklapte ze nog meer: “hij heeft zijn vélo niet eens in de wagen gestoken, en komt tot rust. Wij doen ons best om hem te steunen, istnie, Pollinnetteke?” Maar haar dochter hoorde het al niet meer. Die was op haar communiefietske richting de biddende Pol gereden.

Hij was op slag afgeleid, keek om, zag ons babbelen en stapte resoluut naar de bareel (het spoor – red.) wat weer ongerustheid teweeg had kunnen brengen. “’t Is nikske nie”, klapte Godelieve, “de maagd is aan den bareel verschenen en daar móet ‘m dan ook zijn, daar helpt geen lievemoederen aan”, en ze lachte verleidelijk en geamuseerd tegelijk bij deze woordspeling. Ze was geheel niet met deze conduite verveeld. “Weet ge, Dorcas”, sprak ze, “hij rijdt niet meer voor een kartonnen medaille, ’t Is serieuze kost nu en we laten hem, gevoelig als hij is. Mijne Pol vindt hier zijn inspiratie voor de Paulijnse spelen. Ge zult zien dat hij daar zijn wagonnetje gaat aanhaken, zij gerust.” En ze hield Pollinnetteke overeind op haar klein vélo-ke en samen liepen ze naar de salon de thé aan de overkant van de bareel. Ze zijn gerust op de toekomst. We zullen zien.

Dorcas