Berichtinformatie

  • Geplaatst op: 20.01.2021
  • Type: Algemeen
  • Categorie: Pol Pikuur
  • Fotoalbum:
  • Video:

Pol Pikuur heeft jeukende benen

Op de plaats voor zijn huis is de boel niet opgekuist. ’t Is er een grote janboel gelijk het huishouden van Jan Steen – zouden ze bij u in Holland zeggen. Da’s vaak een signaal dat Pol nerveus is, en is hij nerveus dan is ‘m ambetant. 

’t Is werkelijk een chaos die doet denken aan het begin van de schepping. Het trieste tableau lijkt hierop: het véloke van Paullinnetteke dat midden in de loop ligt, de slijklapkes zijn d’r af, een potje met soupapkes1  staat in de venster, een mountainbike die dik onder de stront zit  en dit alles gelardeerd met veel geluid van binnen.

Voorzichtig klop ik op de raam en wacht keurig op antwoord. Het glas is smerig en beslagen en het is niet te zien wat er daar van binnen afspeelt. Geluid is veelzeggend, akelig zelfs want het lijkt erop dat de echtelieden boel zoeken2 .

Eenmaal binnen staat de keuken vol met damp. “Ge bent toch geen boel aan het zoeken, zeker,” probeer ik heel blijmoedig maar de sfeer is er niet echt naar. ’t Is triestigheid alom.
’t Is het uur van het middagmaal maar d’r ligt niet meer op een enkele telloor dan wat rubberen lapkes om de pannenkoeken van Godelieve nog positief te benoemen.
De broek van Paullinnetteke hangt halverwege d’r benen en da’s doorgaans een signaal dat die vol zit.

Plots is het stil. Pol en Lieve zijn nog niet deftig gekleed en de training waarin Pol loopt doet denken dat er nog gefietst wordt. Het kleedje van Lieve past meer bij een verleidelijke nacht dan bij huishoudelijk werk als het bereiden van een middagmaal.

“’t Is straf én ’t is ambetant da ge uw goej gemoed kwijt gespeeld hebt,” doe ik maar als ami de famille. Een beetje huisvriend mag zich zo nodig bemoeizuchtig voordoen, is mijn achterliggende gedacht.
 
“Ge bent toch nie aan het bezwijken voor het Tiaravirus,?” is mijn tweede poging om de vrede te herstellen. “Ach ja,” zucht Lieve, “dan hebben we nog een goede dag, vandaag. ’t Maakt het er allemaal niet gemakkelijker op, zu: de Paulijnse spelen weer uitgesteld, de robinette van d’n buiten vijst niet meer3 en bij dat al nog bovendien heeft mijne Pol jeukende benen.” 
“Awel, Pol, da zal zeker fors ambetant zijn zeker?” is mijn betrokken vraag. “Hoe komt dat zo? Vroeger hoorde ik u daar niet van spreken!”
“Ja, ja”, zucht onze Pol, “’t Is te zeggen dat de Ronde van de Vergulde Hand ook niet meer gehouden wordt, dus staat er een pond toebak op mijn stronken en da jeukt!” 
Voilà, daar zit hem de crux. Pol verzorgt zich niet meer als renner en dat is een hele serieuze zaak. 
“Zeg Lieve, hoe is da voor u, een ongeschoren renner in de nacht?”
“Awel ja,” riposteert Godelieve, “wat ik ook aan laat of uit doe, het wordt er niet lichter van. De tere kwetsbare ziel maakt hem zielig en ’t is voor de moment nikske ni meer. En nou is het kot bijkans te klein!”

“Ik ga u een voorslag doen: gij Pol kruipt op uw zadel voor een uurke, ik geef Paullinnetteke een sandwich, gij Lieve maakt u zelf appetijtelijk en ik bel de traiteur dat we subiet eens deftig gaan eten. ’t Is tijd om boven uzelf uit te stijgen. Allez!”

Miraculeus, maar zo ist  gegaan. Alleman heeft last van die verstrengingen van de regels en ge moet elkaar nu eenmaal vooruit helpen. En zo ging Pol naar zijn schuurke om bandjes te pompen, hees ik Paullinnetteke in haar klein zetelke en stak Godelieve, nog vlak voordat ze naar boven toog nog rap en stillekes een kaarsje aan bij het Lourdesbeeldje in de salon. 
’t Zal zeker goed komen.

Dorcas.

[1] Bovenste onderdeel van een Frans ventieltje

[2] Ruzie maken

[3] Kraantje zit vast