Berichtinformatie

  • Geplaatst op: 22.01.2019
  • Type:
  • Categorie: Pol Pikuur
  • Fotoalbum:
  • Video:

Nieuwe aflevering Pol Pikuur: Pol rauw in de rouw

Hij was vijfde, onze Pol, in Mûr de Bretagne en dolgelukkig met zijn kartonnen medaille. Maar de napret zou niet lang duren.

Er ging geroezemoes rond. Jean des Tilleuls gaf onze Pol een hand en wenste “sterkte” en “innige deelneming” waarop Pol zijn schouders ophaalde omdat hij helegaar niet wist wat er gepasseerd zou kunnen zijn. Er was geen chute geweest, hij voelde zich goed alleen…Godelieve kwam ook krijtbleek en halfgroen bij Pol zitten en zei niets.

“Maar allez, gij, spreekt eens, zegt toch eens wa!” was zijn kregelige opmerking. Hij zat duidelijk met de zaak verveeld.

“Awel zoeteke…” begon Godelieve aarzelend “ze hebben ons gebeld, ’t is te zeggen dat de dochter van Leopold, Coulotte…” Pol zit stil, even maar, vermoedt miserie. “Tis te zeggen dat Leopold deze ochtend zomaar plotseling overleden is”. Ze gaat u straks weer contacten, maar ge moogt ook zelf als ge wilt…” Leopold is plots overleden, bijkans in de armen van zijn lief, al zijn leven lang. “Gelijk een pieta van de moeder Gods en Onze Lieve Heer” had Godelieve gehoord van Coulotte – zegt ze althans. Zonder te verpinken deed zij gewag van een kortstondig drama dat ze vergrootte wat ze kon. Veranderen niet. Leopold is niet meer. En Godelieve begrijpt dat zwijgen beter is dan brede verhalen.

’t Is heel stil, van binnen en van buiten, Pol, Godelieve, omstanders met Dekoortser, Véronique d’Aalscholver, Coquin, Chausson en noem ze maar op, ze weten geen van allen meer van welke parochie dat ze zijn. Zo groot is het meeleven van deze horde hardi’s. Gelouterde mannen die weten hoe kwetsbaar het leven is. Stellen we ons ook even in de plaats van Godelieve die schuin achter Véronique de eveneens kartonnen winnares Frédérique ziet verschijnen. Omdat mannen én vrouwen elkaar daar wel kussen gaf dat geen zeer voor Godelieve, zoudt ge denken – maar als haar blik kon doden was Frédérique minstens zwaar gewond.

“’t Is straf”, is zo ongeveer het enige woord dat verstaanbaar uit zijn mond komt. Zodra de bidons in stilte leeggedronken zijn, de laatste musette leeg, begint Pol duchtig te praten.

“Leopold, de man met de tweede adem die dan plots geen lucht meer heeft. Millards, hoe is dat toch mogelijk? Altijd trouw in de koers, gunt een ander zijn plaats en wiel, gunde. Ook veel katronnen medailles, amper prijs maar altijd gezien.”

Intussen troont Lieve de hele meute mee om op café een koffie te drinken. En intussen vallen er gemeenplaatsen, treffende opmerkingen en herinneringen. Dat Leopold met een vast verzet reed vanwege de doeltreffendheid van de training, dat ‘m altijd graag bij de onafhankelijken gekoerst heeft, en “voor het eerst op 25 mm reed” – wist Pol zelf nog toe te voegen. En de trouwe mannen voegden toe dat Leopold de man van de etikette is, “een gentlemen” lispelde Fuutstasj die er ook een Ricard bij genomen heeft, “te geleerd voor de koers” fluisterde Chausson, en Coquin is wel het meest onbehouwen: “Ge gaat ‘m missen, Pol. Wie gaat u nu wijzen hoe de koers verloopt, waar ge moet aanklampen, wanneer ge moet gaan verdapperen, want da’s nog nie zo eenvoudig hè jongen” en zo begint hij Pol langzaam in een put van miserie te klappen. En Pol zijn psyche is toch al zo fragiel, sjuust het omgekeerde van zijn geblokte gabariet. “Misschien dat een eau de vie in deze omstandigheden…” en Pol keek met zijn betraande trouwe hondenogen naar zijn lief…

Godelieve neemt de sleutel in handen: “Awel mannen, ge moogt wel efkes stil zijn, een gebedje doen, kruiske slaan voor dieje mens – komt toch bij de afdeling goejen in d’n himmel. En daarbij, tis voor zijn lief en kinder ook een gemis”.

En daar konden de heren het mee doen. “We gaan een stad naar hem noemen”, kwam Pol ineens na een paar eaudevietjes, “Leopoldsburg, wa vindt ge daarvan, da’s nog eens een monument, zu!” En de trap onder tafel van Godelieve dat het onderhand wel genoeg is kon hij niet ontwijken. Na een scherpe vloek en de blik omhoog deed Pol er het zwijgen toe – op enkele snikken na.

Zal zich dit verdriet wreken op de Paulijnse spelen?

We blijven hem volgen.

Dorcas