Berichtinformatie

  • Geplaatst op: 23.10.2017
  • Type:
  • Categorie: Pol Pikuur
  • Fotoalbum:
  • Video:

Pol in Leipzig

Het was vakantietijd en Pol en Godelieve zouden een “zomerbreak” nemen, zoals ze hadden aangekondigd. “Ge hoeft niet tot bij ons te komen, want wij zijn weg – op kousen voeten, schoot Godelieve uit haar krammen.

Een felheid die we wel kennen, maar die voor een zomervakantie toch wel overdreven was. “Gaat ge soms op bedevaart”, probeer ik kalm te informeren, of gaan gij op stage voor de Paulijnse Spelen?” Daarop riposteerde zij weer, monkelend en op hoge poten “as gij peinst da gij weet wa wij gaan doen, awel dan bent gij aan het mispeuteren, want ik zeg da nie, want wij hebben een gezamenlijke agenda, begrijpt ge da?” en na een korte stilte: “Misschien, onnozelaar.”

D’r zat niks anders op dan geduld te bewaren, maar als ge zo ambetant aan de kant wordt geschoven, terwijl ik zelf gelijk een seigneur toch altijd ridderlijk ben in intervieuws… Is hij misschien toch op stage om misschien eindelijk eens zijn jeugdsyndroom te overwinnen? Toch nog op pad voor een goede uitslag op de Paulijnse spelen?

Wie heeft de sleutel tot dit raadsel? Tot, geheel onvoorzien Guy de Planckdraegher met zijn schoon vrouw Ronee in een staminee een seintje laat: “heeft hij u nie diets gemaakt dat hij naar de chef van Mephisto moest? En waar hij heel goed in is, is dat hij u een heel stel andere mouwen aansteekt!”

Wat kan onze Pol toch fijn garen spinnen. “Maar zij alert, zunne, ’t Is Godelieve die dat voor hem monitort en zijn bressen zal dichten!”.

’t Is toch gecompliceerd aan het worden. Pol en zijn Godelieve zouden bij Mephisto zijn in Leipzig, Duitsland, om daar te bezinnen of te bedenken en te bespreken wat hij of hoe hij gaat naar de koers gaan, en of hij wel naar de spelen kan.

Toegegeven, zijn welzijn is de eerste bekommernis, maar een keer naar Leipzig kan geen kwaad!

Toegegeven, het maakt ook mij wat krevelig, maar uitstel is gevaarlijk.

Alsof het een Amerikaans feuilleton is, bol ik het zo rap mogelijk af en in een dag sta ik bij de Duitse politie twee keer op de foto, melden ze me later bij de post.

Maar da’s straffe kost. Dwalend door Leipzig word ik aangetrokken door een geweldige menigte volk dat bij de uitgang van de Einigkeitskirche staat te wachten.

’t Zal zeker en vast een bruiloft zijn, want het is het seizoen van de blote jurken. Het trouwpaar staat inderdaad in de hal van de kerk. Mensen lopen naar binnen, een accordeon plooit in schuif aan en…tis alsof d’r twee huwelijke parallel zijn want d’r schrijdt nóg een koppel naar voren! Godelieve trekt en krijgt alle aandacht of het is vanwege Pol met een groene broek en een rode trui. De mephisto! De duivel steekt hier inderdaad achter! Ronee had gelijk, Pol en Godelieve kleuren niet alleen buiten de lijntjes, ze trekken ze zélf!!

Mijn gemoed verdeemsterd, een waas voor mijn ogen tot…er bekende stemmen achter mij…Gerben de Vorst,  Antoine van Gent, Omar Fuutstasj… Wat is dat hier allemaal?

Intussen ben ik de pedalen helemaal kwijt, het voelt alsof er met mijn voeten wordt gespeeld.

Wat doen die twee hier, collega renners en zelfs Omar – de mekanieker!

“Zeg, wat is dit voor gezever en gezaag!?” breng ik stamelend uit.

“Sst, tis nikske, nie meer dan een scheet in de fles”, hoor ik duchtig praten, “tis maar efkes voor hun zelf om de miserie achter zich te laten. Nu we hier zijn gaat ZIJ (met veel klemtoon) nog efkes een kaarske aansteken. Komt seffens naar de Mephisto…”

Mephisto, merknaam, naam van de duivel en, gelijk men mij nu wijsmaakt, een staminee.

“Awel ja, we hebben goed nieuws, ssst, tot seffens”.

In een geweldige staat van paraatheid zoek ik naar de Mephisto. Inderdaad, een café. De champagne staat koel, en al het volk om Pol is op een zakdoek. Nu wordt het pas echt tof. Muziek, champagne (of wat erop lijkt), bruiswater. Ik klop op tafel, kijk haar zo strak mogelijk aan.

Zonder te verpinken probeert Godelieve: awel, Dorcas – gij kunt het ook niet laten, gelijk mijne Pol. Nieuw contract, maar dan met een laag basis leefgeld en een hoog prijsgeld voor uitslagen – wa peist gij daar van? En dan nog eens iets: we zijn 12 jaar en een half getrouwd. Da’s nie niks, zunne!

“Ah, ja, Godelieve, waarom hebt gij mij niet verwittigd?”

“Awel, tis omda gij da meteen in uw blad zet:  ‘L’enfer du cyclisme’. Ge speelt met Pol zijn klote en da moogt gij nie, gij zijt te veel. De hel is verlaten, wij gaan opnieuw verder.

En dan nog eens iets: op de Paulijnse Spelen rijdt Pol uitsluitend op de weg! En heeft een vrije rol. Voilà amuseert u een beetje en zwijgt verder, dan kunt ge morgen weer naar huis”.

’t Lijkt toch wel heel veel op een Amerikaans feuilleton.

Op naar de Spelen.

Dorcas