Berichtinformatie

  • Geplaatst op: 23.08.2021
  • Type: Algemeen
  • Categorie: Pol Pikuur
  • Fotoalbum:
  • Video:

Pol traint met eigen GPS, een bijzonder middagmaal

Terwijl ik richting grens rijd, voel ik van alle kanten dat er een vreemde sfeer hangt in dit van oorsprong lege gebied. Dé kluis is dicht, de betonblokken zijn van de grens verdwenen, geen flik te zien, het tankstation is onbemand.

Het is geen serene stilte, en zodra ik bij de woonst van Pol en Godelieve kom weerspiegelt zijn fragiele, kwetsbare ziel een groot en diep verdriet. Volonté is overleden en Pol wordt er druistig1 van. 
Als ik hem aanspreek moeft2 hij niet en loopt hij strak langs mij heen. 
“Awel Pol”, probeer ik traditioneel rustig, terwijl ik weet dat er geen wijs woord zal uitkomen. Vóór ik iets mispeuter meld ik netjes dat ik naar binnen ga en Godelieve om een zjatteke kaffe ga vragen. De veer lijkt gebroken en Pol sjokt achter mij aan, op zijn sabotjes die hij vóór de keukendeur netjes uitschopt en in één beweging tegen de gevel zet.

“Ha, Dorreke” klinkt het heel welkom, “ik peis al da gij ook al uw gemoed hebt laten verdeemsteren met het verlies van Volonté. Ja, ’t is straf, hé, mijne Pol zijn hart zit nog vol miserie.” En zij praat heel duchtig over het gemoed van Pol en kijkt mij vol kommernis aan – zonder ook maar te verpinken. Ik maak eruit op dat ze wat van mij verwacht: een troostrijk gesprek met Pol.
Zodra de koffie in grote oveale kommen is ingegoten en Pol zijn neus fors heeft opgehaald is het mijn beurt. Met gevaar zout in zijn kwetsbare ziel te wrijven:

“Ja, Pol, ’t is straf hé, zu. Hoeveel, hoe vaak hebt gij wel nie in zijn spoor gereden? ’t Is toch de man die u recht op het pad heeft gehouden? ’t Zal u zeker heel dankbaar stemmen, of wa. Kunt ge uw verdriet al bijkans een beetje opkuisen”? 

Godelieve kijkt mij strak aan, bezorgd als ze is voor een diepe depressie bij onze Pol. Zijn psyche is even fragiel als zijn gabariet vierkant3 is. Maar toch, Pol laat een seintje. 
“awel ja, awel, ’t is te zeggen, ziet ge, Volonté, ja da’s toch nog van onze generatie. Da weet ge wel, Dorcas. Da zijn nog van de mannen voor wie de vélo een dagelijkse reflex is. En ook sociale mannen gelijk Roger de Waele, van die mannen die wachten als ge moet pissen, die de boter opzij schuiven en ja voor mij, hoe zal ik zeggen, als ge eens niet goed ziet, zorgen die mannen dat ge overeind blijft, da ge het goede spoor houdt.  Da’s nog iet van belangeloos en serieus gelijk – begrijpt ge”?  En zo kalt Pol nog even verder, terwijl Godelieve een Vol-au-vent kookt met financièresaus omdat Pol zo van truffels houdt en ook omdat Scheppe voor het middagmaal komt aanschuiven.
“Da’s heel kristelijke van u, Godelieve” stem ik positief in met haar initiatief, “’t Is wel onze Pol die haar verzocht heeft”, nuanceert Lieve.

“Nog wa kilometerkes kunnen maken, Pol”? komt er traag over mijn lippen. “tis te zeggen”, riposteert Pol, “ik heb met mijn plat stuur een nieuw globaal positioneringssysteem bedacht.” Wenkbrouwen fronsen, wat kan dat zijn?  “ah, ge bedoelt een GPS”?  “Kan zijn”, zet Pol op zijn beurt, “maar tis uniek: ge kunt voorspellen waar ge in de toekomst zult zijn.  ’t Is gelijk ‘terug naar morgen’ – ge kent da wel, da drama op één, maar dan vóóruit”. 
En Pol vertelt over zijn simpele toepassing door een lint op het stuur te plakken met nummers en routebewijzering zodat hij voldoende kilometers maakt en niet na een half uur wind tegen omkeert om naar huis te gaan. 
“En zo is elke kilometer er één”, zucht Lieve ter bevestiging. 

“Ik ga u nog wat tonen”, zegt Pol ineens, “’t Kan nog net vóór Scheppe hier is” en zoals het past volg ik hem naar het schuurtje. “Hebt ge een nieuw vélo?” vraag ik onderweg. Pol zwijgt, smijt een bel snot tegen de gevel van zijn fietsenkotje en opent de deur. 
Een wreed schoon collectie koersvélo’s hangt tegen de muur. “En da’s nog maar het begin”, lacht Pol, “voor als de Paulijnse spelen gaan doorgaan. Ik ga ze laten inzegenen door de pastoor van Watou, kent ge’m nog”?  Ik haal mijn schouders op.
“Awel, ge kent ‘m, is aalmoezenier van de wegrenners en van de boksers, Ludo, Ludo Javelin!  Sinds kort eigenlijk geen pastoor meer maar meewerkend priester in Poperinge, niet meerwerkend – scheelt maar één letter. Maar tóch, zijn wijwater is van mega kwaliteit; dáár ga ik heen! Als Ludo mij wijdt, is succes gegarandeird en van alle miserie bevrijd!” 

En vóór ik nog kan vragen of het zijn gedachte is of het idee van Godelieve om zijn fietsen te laten inzegenen horen we een wagen achterom komen, en klinkt de stem van Scheppe die de klompen bij het schuurtje ziet en daar als eerste heen loopt.

“Gij ook hier, Dorcas, d’r is toch geen embras – hoop ik? En tov da gij ook genodigd zijt!” Pol is helemaal stil gelijk vlak water zonder kabbel. 
Hoe druistig hij in het begin was, hoe schroomvallig is hij nu. 
“De dju!” komt er uit zijn mond, “we gaan rap naar binnen voordat het nóg drukker wordt”.  Ik zal daar ook het middagmaal gebruiken, daar helpt geen lievemoederen aan.

Hoe het verder verloopt met de spelen, dat is de jambon question.

Ik houd u op de hoogte.

Dorcas van Cocagne

[1] Ruw, lomp.

[2] Geeft geen krimp.

[3] Gabariet: voorkomen. Vierkant gabariet: fors gebouwd lichaam.